Archief voor april, 2014

Partijtucht is een van de hardnekkigste en gevaarlijkste vormen van kiezersbedrog in parlementaire ‘democratieën’. In een verschenen studie (‘Waar zijn de parlementaire rebellen gebleven’, in: Samenleving en Politiek, januari 2009) berekent politoloog Frederik Verleden (KUL) dat de fractiecohesie in de Belgische Kamer bij 1 823 stemmingen tussen 2003 en 2007 net geen 100% bedroeg (van 97,33 % voor de cdH tot 99,95 % voor de sp.a). Fractiecohesie betekent: in hoeverre stemmen de leden van een fractie op dezelfde manier? Of voor de goede verstaander: hoe vaak durven individuele kamerleden de instructies van hun partij naast zich neerleggen?
Partijtucht vergt in de eerste plaats trouwe partijsoldaten. Van zulke ‘soldaten-mandatarissen’ wordt verwacht dat ze een bevel uit het partijhoofdkwartier gehoorzaam opvolgen. Dwarsliggers en al te onafhankelijke geesten moeten bij de volgende verkiezingen een onverkiesbare plaats op de lijst vrezen en dus een mogelijk vervroegd einde van hun politieke loopbaan. De meeste beroepspolitici, wier financieel welzijn van hun politieke mandaat afhangt, blijven dan ook braaf in het gelid. (Dat openlijke dissidentie in partijen zich zo zelden voordoet, toont aan hoe efficiënt de jarenlange partij-interne selectieprocedure de meest geschikte getrouwen laat doorgroeien en de anderen, de kritischen, de onafhankelijken, wegfiltert. Lijst Dedecker is een uitvloeisel van een van de weinige gevallen van doorbroken partijtucht in België. Maar Jean-Marie Dedecker was dan ook niet via het normale parcours tot VLD-soldaat opgeklommen).

Zou er ook maar iets aan de resultaten van parlementaire stemmingen veranderen als vanaf heden elke partijvoorzitter met één druk op de knop alle stemmen van zijn of haar partij mocht toewijzen? Verledens studie bewijst het zuiver retorische karakter van die vraag.

Ware democratie leeft bij de gratie van het publieke debat en het oordeelsvermogen van de burgers. Wat men doorgaans ‘parlementaire democratie’ noemt leeft van het parlementaire debat en het onafhankelijk oordeel van ongebonden volksvertegenwoordigers. In de Duitse grondwet is deze idee zelfs expliciet verwoord: Die Abgeordneten des Deutschen Bundestages (…) sind Vertreter des ganzen Volkes, an Aufträge und Weisungen nicht gebunden und nur ihrem Gewissen unterworfen (art. 38 GG – ‘De verkozenen (…) zijn vertegenwoordigers van heel het volk, ze zijn niet aan opdrachten en instructies gebonden en uitsluitend aan het eigen geweten onderworpen’).

Het gaat hier om veel meer dan ‘gewoon’ kiezersbedrog. Wie partijtucht oplegt of aanvaardt, zondigt tegen een basisprincipe van democratie. De verkozen politici van zowat alle partijen in zowat alle westerse ‘democratieën’ overtreden dan ook systematisch de regels van de democratie.

30 jaar geleden: Slide It In van Whitesnake verschijnt

 

 

 

 

 

Slide It In, een van de beste Whitesnake-albums, is deze maand 30 jaar oud. Dankzij deze lp nam de populariteit van de hardrockband toe in de Verenigde Staten, maar daar was wel een nieuwe versie van het album voor nodig.

Als we de liveklassieker Live… In The Heart Of The City even niet meerekenen, was Slide It In de beste plaat die Whitesnake tot dan toe had gemaakt. Hiermee sloot de band ook een periode af. De bluesy sound die op deze lp nog te horen was, werd na de release ingeruild voor een commerciëler geluid – waarmee de populariteit van Whitesnake alleen maar verder toenam.

In bepaalde opzichten was Slide It In ook een nieuw begin voor David Coverdale en de zijnen. Niet alleen omdat de plaat voor het eerst door Geffen Records werd uitgebracht in Amerika, maar ook omdat gitarist Micky Moody – die er vanaf het begin bij had gezeten – uit de band was gestapt. Zijn vervanger werd John Sykes, die niet veel eerder nog Thin Lizzy nieuw leven inblies op Thunder And Lightning (1983).

Coverdale en Moody namen niet bepaald als vrienden afscheid van elkaar. De frontman keek hier vorig jaar in een interview met Rock Guitar Daily op terug: “Voor Slide It In wilde ik Whitesnake meer ‘elektrificeren’. Micky was daar helemaal niet blij mee. Aan het einde van 1981 was ik even gestopt met de band en Micky nam niet eens de moeite om bij een bijeenkomst op te komen dagen. Hij had een belangrijkere afspraak: een dartwedstrijd in een pub bij hem in de buurt.”

“Een paar maanden later kreeg ik een telefoontje van hem. Hij zei: ‘ik zie in dat ik fout ben geweest. Kan ik terugkomen?’ Ik zei: ‘absoluut!’, want ik stond op het punt te beginnen met een Engelse tour en ik had behalve Cozy Powell nog geen band. Hij keerde terug, maar hij was niet echt betrokken bij het schrijven van Slide It In, zoals je kunt zien aan de schrijfcredits. Toen de opnames startten, kon je merken dat hij het niet naar zijn zin had. Toen zijn manager me belde om dit te bevestigen, zei ik: ‘zie maar wat jullie doen, ik ga hiermee verder’. En dat was het.”

In eerste instantie verscheen Slide It In nog met de gitaarpartijen van Moody, maar de fans klaagden over de slechte mixing. Voor een Amerikaanse uitgave (op het Geffen-label dus) mocht de nieuwe gitarist Sykes het werk van Moody overdoen, terwijl Neil Murray de baspartijen van Colin Hodgkinson overnam. De rest van de band – Coverdale, gitarist Mel Galley, toetsenist Jon Lord en drummer Cozy Powell – bleef wel intact.

Slide It In, zeker in de Amerikaanse versie, is een dijk van een hardrockplaat, met onder meer de fanfavorieten Slow An’ Easy en Love Ain’t No Stranger. Het album bereikte net als de voorgangers Ready An’ Willing (1980), Come An’ Get It (1981) en Saints & Sinners (1982) de Britse top tien, en verkocht ditmaal ook redelijk in de Verenigde Staten. Maar dankzij een commerciëler geluid op de volgende plaat werd Whitesnake daar pas écht groot!

 

 

 
De Noord-Ierse band Therapy? werd in 1989 geformeerd in Belfast en is tot op de dag van vandaag actief. Als ik aan Therapy? denk, denk ik eigenlijkmaar aan één ding: Troublegum. De vierde plaat van Therapy? verscheen precies twintig jaar geleden, was tien klassen beter dan zijn drie voorgangers en was ook tien klassen beter dan alle platen die de band nog zou maken (en dat waren er als ik goed heb geteld nog een stuk of tien). Troublegum sloeg twintig jaar geleden in als een bom en dat merken we twee decennia later nog steeds. Tot Troublegum was Therapy? een aardige live band, maar ook niet meer dan dat. Ook na Troublegum was Therapy? een aardige live band en niet veel meer dan dat, maar met Troublegum leverde de band een ware klassieker af. Veertien songs van twee tot hooguit vier minuten en veertien keer recht voor zijn raap. Troublegum bevatte de rauwe energie van de punk, maar Therapy? beheerste ook het kunstje van het maken van een perfecte rocksong. Later zou Therapy? complexere muziek gaan maken, maar op Troublegum regeerde de eenvoud. In jaren waarin de Amerikaanse grunge de rockmuziek domineerde leken de Britse bands geen antwoord te hebben op al het Amerikaanse gitaargeweld, maar de aanval van Therapy? was vlijmscherp en loeihard. In 1994 was Belfast niet bepaald de plek waar je op wilde groeien als puber en dat is te horen op Troublegum. De plaat loopt over van frustratie en emotie en is een trefzekere aanval op alles wat het leven in Belfast in de jaren 90 zo kleurloos en onzeker maakte. Ik heb lange tijd gedacht dat Troublegum niet veel meer was dan de juiste plaat op het juiste moment, maar na beluistering van de recent verschenen Deluxe Edition van Troublegum, kan ik concluderen dat het meesterwerk van Therapy? nog altijd staat als een huis. Deze Deluxe Edition is voorzien van heel veel bonusmateriaal, maar eigenlijk draait het ook na twintig jaar nog steeds om maar één ding: de veertien songs van Troublegum. Het is niet heel makkelijk om te beschrijven wat er zo goed is aan deze plaat. Therapy? klinkt op Troublegum nog niet als een hele ervaren band, de teksten zijn soms bijna puberaal en in muzikaal opzicht gaat het allemaal niet heel ver, maar op één of andere manier komt deze plaat aan als een mokerslag en als je eenmaal geraakt bent ben je helemaal verkocht. Dat was ik twintig jaar geleden bij mijn eerste kennismaking met Troublegum en dat was ik bij eerste beluistering van de luxe editie van de plaat een paar dagen geleden. Therapy? zou uiteindelijk flink wat invloed hebben op jonge Britse bands. En dan vooral vanwege het lef om de synths aan de kant te schrijven en weer muziek te maken die was geschoeid op de heilige drie-eenheid bas, gitaar en drums. Troublegum was een muzikaal statement dat een hele generatie heeft gevormd, net zoals Nirvana’s Nevermind dat drie jaar eerder had gedaan. Nevermind is de afgelopen jaren meerdere malen bejubeld als de belangrijkste en beste rockplaat van de jaren 90 of zelfs de afgelopen 25 jaar, maar Troublegum leek tot voor kort een vergeten plaat. Dat kan, nee dat moet, veranderen met de fraaie reissue die nu is verschenen. Nooit van Troublegum van Therapy? gehoord? Laat je verrassen, maar ik waarschuw je, deze plaat kan hard, nee keihard, aan komen. Heerlijk. Nog steeds.